Het programma Andere Tijden blikte terug op de grote televisieshows van weleer, met Willem Ruis, Fred Oster en Ron Brandsteder. Geweldige successen. Onbedoeld ging het vooral over het bedrog dat in die shows plaatsvond. Fred Oster deed een boekje open. Hij legde uit hoe met makkelijkere vragen en andere vormen van listigheid de mensen met de betere kijkbuiskoppen langer in het spel werden gehouden.
Mijn goedgelovigheid was al eens aan het wankelen gebracht door de 100.000 guldenshow begin jaren ’90, gepresenteerd door Mark Klein Essink. Onderdeel van dat programma was een tribune gevuld met 50 figuranten, mensen die alles doen voor een beetje cash, studenten dus. Om te zorgen dat het studentensoepie op tijd was, werden we met de bus naar de studio gebracht.
Vooraf hadden we nauwkeurig onze uiterlijke kenmerken moeten opgeven: kleur haar, trui, bril, baard, snor. Dat was van groot belang omdat de kandidaten aan de hand van ons uiterlijk moesten raden wie van ons de winnende code had voor de kluis met 100.000 gulden.
De bedoeling was dat we allemaal een koker hadden en één van ons de koker met de juiste code. Telkens als de kandidaten een vraag goed beantwoordden, kregen ze een hint over het uiterlijk van de persoon op onze tribune met die winnende koker in handen. Met iedere hint werd de kans dus groter om de juiste persoon te raden, daarmee de juiste code en daarmee de ton.
Spannend hoor. Een ingenieus spel. Toen voordat het programma begon de kokers werden uitgedeeld, waren we heel benieuwd wie van ons de winnende koker kreeg. Maar tot onze verbazing werd onderaan de tribune een doos doorgegeven waaruit iedereen willekeurig een koker mocht pakken. Huh, was er dan geen link tussen de juiste beantwoording van de vragen, de persoon met de winnende koker, de juiste code en dus het winnen van de ton? Toegegeven, we waren destijds vrijwel continu in de olie dus misschien hebben we iets gemist. En ach, ook al denkt u wel eens oh oh oh, het geeft niet want het is maar show.