Zoöfilie was deze week het onderwerp in Sophie Hilbrands Je zal het maar zijn. Nou inderdaad. Zoöfielen zijn mensen die zich erotisch aangetrokken voelen tot dieren en ook daadwerkelijk seks hebben met hond en paard. Meestal gaat het programma over het lot van mensen, dit keer over dat van dieren. Je zal het maar zijn, een beest in bed.
De geïnterviewde zoöfielen vertelden bewust te hebben gekozen voor een dier als levenspartner. De onvermijdelijke vraag was: waarom? De rode draad van het antwoord was: een mens als partner zie ik niet zitten, dieren oordelen niet. Interessante afweging. Een stuk goedkoper ook, dacht ik meteen (qua kleren en schoenen en zo) maar dat kwam als argument niet op.
De tweede vraag was, wat vinden die dieren er eigenlijk zelf van? Willen ze wel seks met de baas? Antwoord: als ik mijn paard oraal bevredig, dan voel ik aan of ze ook zin heeft in het laatste honk. Als niet, dan niet. De wil van het dier wordt gerespecteerd.
Er werd een expert bijgehaald, bioloog Midas Dekkers. Aan hem de vraag of een dier wel ‘wilsbekwaam’ is. Is het niet asociaal dat voor het dier bepaald wordt of hij seks heeft? Hangt van het dier af, zo gaf Dekkers aan. Honden bijvoorbeeld willen niets liever dan hun baasje een plezier doen.
Midas Dekkers zei verder: zoals voor alle seks geldt, als beide partijen er plezier aan beleven en er niets kwaads aan overhouden, dan is er niets op tegen, behalve ‘moraalridderige fatsoenachtige prietpraat’. Niet zeuren dus.
Ik wachtte op een uitzondering op die stelling, maar die kwam niet. Kinderen misschien? Die doen ook dingen om volwassenen te plezieren. En zijn ook niet wilsbekwaam. En als je iets teveel bezig bent met je eigen zieke gerief, kun je misschien wel aan jezelf verkopen dat het kind er vast niets kwaads aan overhoudt. Het was toch prettig geweest als de bioloog in deze tijden van kinderpornonetwerken die uitzondering nog even had genoemd.