Ook in kleine cafés mag je niet meer roken. Na lang procederen door de antirooklobby, oordeelt de Hoge Raad deze week dat kleine cafés niet meer op het rookverbod zijn uitgezonderd. De overheid moet mensen behoeden voor blootstelling aan tabaksrook in openbare ruimten.
Niet mogen roken in de kroeg. Ooit was het ondenkbaar, een bar zonder barman die een smeulend peukje heeft liggen. Maar op het rookfront is er in beperkte tijd veel veranderd. Het past in het rijtje heftige maatschappelijke ontwikkelingen zoals opheffen van het Zwitserse bankgeheim, val van de Berlijnse muur en afschaffing Zwarte Piet.
In 1998 mocht je na de New York marathon nog gewoon roken ’s avonds op het feestje met alle deelnemers. En in 1999 werd er nog volop gepaft in het vliegtuig. Weliswaar achter een gordijntje en just for the occasional cigarette, maar dat vroeg om een rekbare interpretatie. Ook het bordje liever niet roken in de trein tussen de coupes hielp niet echt. Liever niet betekent immers dat het mag.
Overal lekker roken. Das war einmal. Niets meer van over. Is deze kentering goed nieuws? Tsja. Natuurlijk, roken is niet goed voor je. Maar dat kan het argument niet zijn. Want drinken ook niet. Het zal wel te maken hebben met het feit dat er uit drank geen dampende walmen komen. Dus van drinkende mensen heb je minder last dan van rokende mensen. Maar van dronken mensen, heb je weer meer last dan van gerookte (of berookte,verrookte, hoe zeg je dat?) mensen.
Al met al is iedereen mans genoeg om te beslissen waar hij of zij zich in wil begeven. Hou je niet van drukte of dronken mensen? Of juist wel? Dan kies je daar je kroeg op uit. En zo kies je ook je kroeg uit op sfeer, drukte, locatie, leeftijd en ga zo maar door. Waarom dan niet op of er gerookt wordt of niet? Liberté toujours.