Op het Nederlands Film Festival trad enkele jaren geleden Spinvis op. Hij speelde ‘Bagagedrager’ en ik had het geluk vooraan te staan. Naast mij stond een vrolijke man, die zichtbaar genoot. Het bleek de Minister van OCW te zijn. Ronald Plasterk. Een leuke man, vond ik, waarbij wel moet worden aangetekend dat Plasterk toen geen rare hoed op had.
Inmiddels is Plasterk Minister van Binnenlandse Zaken, de baas van de ‘geheime dienst’ AIVD. Wat daar gebeurt is in nevelen gehuld. Volgens Plasterk is het een vaste regel dat in het landsbelang zoveel mogelijk geheim blijft.
Die redenering doet me denken aan Irak. Daar is het destijds niet gelukt in het landsbelang de bevoegdheden van onze militairen geheim te houden. Iedereen wist dat ze niet mochten schieten. Daar sta je dan, als militair. Elke dreiging verdwijnt als water in de woestijn als tegenstanders weten dat je alleen “Stop, hou op!” mag roepen. In een vuurgevecht red je het gewoon niet altijd met judo.
Inlichtingendiensten zijn organisaties in een spagaat. Er is een spanningsveld tussen het belang van geheimhouding en het belang van transparantie richting de Tweede Kamer. In dat politieke mijnenveld heeft Plasterk fouten gemaakt.
Nog even kort wat er gebeurde. Van 1,8 miljoen Nederlandse telefoongesprekken is geregistreerd wie naar wie belde. Plasterk heeft gezegd dat de Amerikaanse spionagedienst NSA daarachter zat. Later bleek dat onze eigen spionnen die belgegevens hadden verzameld en aan de NSA verstrekt. Plasterk besloot over die vergissing te zwijgen.
In het debat van afgelopen week diende Alexander Pechtold een motie van wantrouwen in. Plasterk bleef overeind. Hij is ijdel en praatgraag, maar ook een man met bagage. Maar D66 pakt door. Plasterk heeft namelijk ook gezegd dat de Nederlandse geheime diensten zich houden aan de Europese regels. Dat kan D66 niet rijmen met de oproep van het Europees Parlement aan Nederland om de wetgeving aan te passen zodat het voldoet aan diezelfde Europese regels.
“Je droomt wel vaker van een feest/maar hier ben je nog nooit geweest//wat wil die man in hemelsnaam?/hoe kom je hier/hoe kom je hier vandaan?” zong Spinvis op het filmfestival. De minister liet de woorden dansen in zijn hoofd. Daar was toen nog ruimte voor.