Woord van God

Jezus heeft afgelopen donderdag met lege handen de hemelvaart gemaakt. Niet uit vrije wil in het kader van long trip, travel light. Nee, de auteursrechten op Zijn scheppingen zijn hem deze maand door een Duitse rechter hardhandig afgepakt.

Het zit zo. In 1975 schreef een Amerikaanse hoogleraar een boek. Een Duitse vereniging schreef hele stukken van het boek over. Klinkt als plagiaat. Een rechtszaak volgde. Daarin voerde de vereniging aan dat de auteursrechten op het boek helemaal niet lagen bij (de erfgenamen van) de hoogleraar. Zij had namelijk zelf altijd gezegd dat Jezus haar de teksten voor het boek had ingefluisterd. Haar hand was slechts het vleselijke instrument dat uitvoerde wat uit de goddelijke geest van Jezus ontsproot. Niemand anders dan Jezus was dus de auteursrechtelijke maker.

Dat is mooi, zo redeneerde de vereniging in de rechtszaak, want auteursrechten eindigen 70 jaar na de dood van de maker en dus zijn de overgenomen teksten al een hele poos rechtenvrij.

De Duitse rechter maakte korte metten: de auteursrechten op goddelijke ingevingen vallen toe aan degene die ze opschrijft. Jezus heeft geen auteursrechten. Zo zeg, je moet maar durven God’s toorn zo over je af te roepen.

Maar goed, ook juridisch is er best wat tegen de uitspraak van de rechter in te brengen. Auteursrechten –  rechten van intellectuele eigendom – horen wel degelijk toe aan het brein achter de hand die schreef. Niet voor niets bepaalt de Nederlandse Auteurswet in artikel 6: “Indien een werk is tot stand gebracht naar het ontwerp van een ander en onder diens leiding en toezicht, wordt deze als de maker van het werk aangemerkt. En wat te denken van de Memorie van toelichting bij invoering van de Auteurswet in 1912: “Waar brein en hand afzonderlijk arbeid verrichten, heeft die van het brein den voorrang”. 

Ik adviseer Jezus het er niet bij te laten zitten. Je laat je niet zomaar je scheppingen afpakken. Ik wil best helpen. Jezus en ik maken een goede kans. Maar ik doe het niet voor een stukje brood en een glas rode wijn. En vage, ongeschoren types met lang haar – ook al hebben ze een invloedrijke pa – vraag ik altijd om een voorschot. Ik tuur al dagen hemelwaarts waar het blijft.